Niet alleen onze eigen euro doet het goed, ook de Indiase munteenheid gaat het voor de wind. De rupie heeft in bijna tien jaar niet zo sterk gestaan tegenover de dollar. Voor 1 dollar hoef je nu nog maar 40 rupies te betalen. Rond 1998 was dat nog 60 rupies.
Voor de lokale olie en goudindustrie betekent dit goed nieuws. Na tijden van schommelende prijzen kunnen de binnenlandse prijzen stabiel gehouden worden. Terwijl de prijs voor goud en olie buiten India nog nooit zo hoog is geweest. Studeren in het buitenland wordt voor de vele studenten die jaarlijks India verlaten goedkoper. Voor de familie die achter blijft wordt het gemakkelijker om zoon of dochter lief op te komen zoeken.
Maar een sterke rupie heeft een keerzijde. Voor bepaalde sectoren is het moeilijk om een goede concurrentiepositie vast te houden. De textiel- en leer industrie zijn door de sterke concurrentie op de wereldmarkt genoodzaakt hun prijzen laag te houden. Ook de software industrie ziet steeds minder rupies terug voor elke dollar die in het buitenland wordt verdiend.
Lees ook:De Indiase rupie staat het sterkst sinds jaren
Lees ook:Stijgende benzine prijzen zorgen voor woede in India
Lees ook:Indiase kebab uit eigen keuken
Lees ook:Nieuw-Zeeland steeds populairder onder Indiase studenten
Lees ook:De echte Indiase keuken komt niet uit een pakje